De meest effectieve strategie voor preventie is Zero Trust.
De essentie van Zero Trust in informatiebeveiliging is een paradigmaverschuiving in de manier waarop beveiliging wordt benaderd binnen de digitale omgeving van een organisatie. Traditionele beveiligingsmodellen waren vaak gebaseerd op het concept van een vertrouwd intern netwerk en een minder vertrouwd extern netwerk, ervan uitgaande dat iemand die eenmaal toegang had gekregen tot het interne netwerk, tot op zekere hoogte vertrouwd kon worden.
Zero Trust betwist deze veronderstelling door te pleiten voor een ‘nooit vertrouwen, altijd verifiëren’-benadering, ongeacht of het toegangsverzoek afkomstig is van binnen of buiten de netwerkperimeter van de organisatie.
De kernprincipes van Zero Trust kunnen als volgt worden samengevat:
Geen impliciet vertrouwen: In een Zero Trust-model wordt geen enkele gebruiker, apparaat of systeem automatisch vertrouwd, uitsluitend op basis van de locatie binnen het netwerk.
Elk toegangsverzoek, zowel intern als extern, wordt als potentieel kwaadaardig behandeld totdat het is geverifieerd.
Minste rechten: gebruikers en apparaten krijgen het minimale toegangsniveau dat nodig is om hun taken uit te voeren. Dit beperkt de potentiële schade die kan worden veroorzaakt als er een inbreuk of compromis plaatsvindt.
Microsegmentatie: Netwerken zijn verdeeld in kleinere, geïsoleerde segmenten om de zijdelingse beweging van aanvallers te beperken. Deze aanpak verkleint de kans dat aanvallers zich vrij kunnen bewegen binnen een gecompromitteerd netwerk. Continue authenticatie en autorisatie: gebruikers en apparaten worden voortdurend geverifieerd voordat ze toegang krijgen tot bronnen. Vaak gaat het hierbij om multi-factor authenticatie (MFA), apparaat-conditie controles en analyse van gebruikersgedrag.
Strikte toegangscontroles: Toegang tot bronnen is gebaseerd op het principe van ‘need-to-know’
. Gebruikers hebben alleen toegang tot bronnen die direct relevant zijn voor hun rollen en verantwoordelijkheden. Zichtbaarheid en monitoring:
Uitgebreide monitoring en registratie zijn essentieel om afwijkende activiteiten te detecteren en erop te reageren. Dit omvat het monitoren van gebruikersgedrag, netwerkverkeer en systeemgebeurtenissen.
Encryptie: Zero Trust legt de nadruk op end-to-end encryptie, zodat gegevens veilig blijven, zelfs als ze door kwaadwillende actoren worden onderschept.
Dynamische beleidshandhaving: Beveiligingsbeleid wordt dynamisch afgedwongen op basis van realtime factoren zoals gebruikersidentiteit, apparaatstatus en locatie.
Continue beoordeling van vertrouwen: Vertrouwen wordt niet één keer gevestigd en vervolgens vergeten. In plaats daarvan wordt het continu beoordeeld op basis van de huidige status van gebruikers, apparaten en netwerken.
De essentie van Zero Trust is het aanpakken van de beperkingen van perimetergebaseerde beveiligingsmodellen, die kunnen worden omzeild door verschillende geavanceerde bedreigingen en aanvallen.
Zero Trust gaat ervan uit dat bedreigingen zowel uit externe als interne bronnen kunnen voortkomen en richt zich op het verkleinen van aanvalsoppervlakken en het minimaliseren van de potentiële impact van inbreuken op de beveiliging. Deze aanpak sluit aan bij de veranderende aard van moderne IT-omgevingen, waaronder clouddiensten, werken op afstand en een breed scala aan apparaten, die allemaal een meer adaptieve en gedetailleerde beveiligingsaanpak vereisen.
Zero Trust
Grondlegger: John Kindervag
Zero Trust is een beveiligingsmodel dat ervan uitgaat dat al het netwerkverkeer, zowel intern als extern, niet wordt vertrouwd totdat het is geverifieerd en geautoriseerd. Deze aanpak is bedoeld om een hoger beveiligingsniveau te bieden door ervan uit te gaan dat er al een inbreuk heeft plaatsgevonden of op elk moment kan plaatsvinden.
In Zero Trust verwijzen de termen ‘beschermoppervlak’ en ‘aanvalsoppervlak’ naar twee verschillende aspecten van beveiliging.
1. Bescherm oppervlak (protect surface): Het beschermingsoppervlak in Zero Trust verwijst naar de reeks activa, systemen, gegevens en bronnen die een organisatie wil beschermen tegen ongeoorloofde toegang, compromittering of misbruik. Het omvat alle componenten en elementen die moeten worden beveiligd binnen het netwerk, de infrastructuur en de applicaties van een organisatie.
Het beveiligingsoppervlak kan een breed scala aan assets omvatten, zoals servers, databases, gebruikerswerkstations, Cloudbronnen, opslagplaatsen voor gevoelige gegevens en meer.
Het doel van Zero Trust is het opzetten van sterke bescherming rond het beschermde oppervlak door toegangscontroles, authenticatiemechanismen, encryptie en andere beveiligingsmaatregelen te implementeren. Het beschermoppervlak definieert wat er moet worden beveiligd en vormt de basis voor het toepassen van Zero Trust-principes en -praktijken.
2. Aanvalsoppervlak (attack surface): Het aanvalsoppervlak verwijst daarentegen naar de punten of gebieden binnen de systemen, het netwerk en de infrastructuur van een organisatie die kwetsbaar zijn voor potentiële aanvallen. Het vertegenwoordigt de potentiële toegangspunten of zwakke schakels die aanvallers kunnen misbruiken om ongeoorloofde toegang te verkrijgen of de bedrijfsmiddelen van de organisatie in gevaar te brengen. Het aanvalsoppervlak kan uit verschillende factoren bestaan, zoals niet-gepatchte software, verkeerd geconfigureerde systemen, open poorten, zwakke wachtwoorden, verouderde protocollen en onveilige netwerkverbindingen.
Het doel van Zero Trust is om het aanvalsoppervlak te minimaliseren en te verkleinen door beveiligingsmaatregelen te implementeren, zoals netwerksegmentatie, toegangscontroles, continue monitoring en kwetsbaarheidsbeheer. Door het aanvalsoppervlak te verkleinen, kunnen organisaties het risico op succesvolle aanvallen verkleinen en de potentiële impact van beveiligingsincidenten beperken.
Samenvattend verwijst het beschermingsoppervlak naar de activa en bronnen die moeten worden beschermd, terwijl het aanvalsoppervlak de potentiële kwetsbaarheden en toegangspunten vertegenwoordigt die aanvallers kunnen misbruiken.
De volgende vijf stappen helpen om van elke protect surface de straal van een aanval (blast radius) te beperken:
- Definieer het beschermingsgebied (bijv. Database, Applicatieserver)
- Breng de transactiestromen in kaart
- Ontwerp een Zero Trust-omgeving
- Maak Zero Trust-beleidslijnen
- Bewaken en onderhouden.
Zero Trust-principes: Minste (zoveel mogelijk beperkt) privilege, Micro-segmentatie, Continue authenticatie en Gedetailleerde zichtbaarheid en analyse.
Vier fundamentele principes van Zero Trust:
1. Least Privilege: Het principe van de minste privileges houdt in dat gebruikers of entiteiten alleen de minimale toegangsrechten krijgen die nodig zijn om hun specifieke taken uit te voeren. Dit principe zorgt ervoor dat gebruikers alleen toegang hebben tot de bronnen en systemen die ze nodig hebben om hun werk uit te voeren, waardoor het potentiële aanvalsoppervlak wordt geminimaliseerd.
2. Microsegmentatie: Microsegmentatie houdt in dat het netwerk in kleine segmenten of zones wordt verdeeld, waarbij doorgaans gebruik wordt gemaakt van netwerkvirtualisatietechnieken. Elk segment heeft een specifiek beveiligingsbeleid en toegangscontrole, waardoor zijwaartse beweging binnen het netwerk wordt beperkt. Deze isolatie helpt potentiële inbreuken te beperken en beperkt de impact van beveiligingsincidenten.
3. Continue authenticatie: Traditionele beveiligingsmodellen vertrouwen op één enkel authenticatiepunt, meestal tijdens de eerste login. In Zero Trust wordt continue authenticatie geïmplementeerd om de identiteit van de gebruiker voortdurend te verifiëren en het vertrouwensniveau tijdens de sessie te beoordelen. Dit kan multi-factor authenticatie, contextuele informatieanalyse en gedragsgebaseerde monitoring omvatten om afwijkingen te detecteren.
4. Gedetailleerde zichtbaarheid en analyse: Zero Trust benadrukt het belang van uitgebreide zichtbaarheid en analyse om netwerkverkeer, gebruikersgedrag en beveiligingsgebeurtenissen te monitoren en te begrijpen. Dit omvat het verzamelen en analyseren van gegevens uit verschillende bronnen, zoals logbestanden, netwerkverkeer en gebruikersactiviteiten, om potentiële bedreigingen te detecteren, patronen te identificeren en weloverwogen besluitvorming te vergemakkelijken.
Zero Trust principes
Naast de vier principes zijn er vijf belangrijke componenten of implementatiepijlers die vaak geassocieerd worden met Zero Trust:
Identiteits- en toegangsbeheer (IAM): IAM speelt een cruciale rol in Zero Trust door robuuste authenticatiemechanismen, sterke toegangscontroles en gebruikersidentiteitsbeheer te implementeren. Deze pijler richt zich erop dat de juiste gebruikers passende toegang krijgen op basis van hun identiteit en context.
Netwerkbeveiliging: Zero Trust vereist de implementatie van veilige netwerkarchitecturen, zoals microsegmentatie, gecodeerde communicatie en veilige gateways. Deze pijler heeft tot doel de netwerkinfrastructuur te beveiligen en ongeautoriseerde toegang tot bronnen te voorkomen.
Gegevensbeveiliging: Deze pijler richt zich op het beschermen van gevoelige gegevens door middel van encryptie, gegevensclassificatie, mechanismen ter voorkoming van gegevensverlies (DLP) en gegevenscentrische toegangscontroles. Gegevensbeveiliging zorgt ervoor dat zelfs als het netwerk wordt geschonden, de gegevens beschermd blijven.
Endpoint Security: Zero Trust legt de nadruk op het beveiligen van eindpunten, zoals apparaten en servers, door maatregelen te implementeren zoals apparaatauthenticatie, endpoint protection platforms (EPP) en endpoint detectie en respons (EDR) oplossingen. Eindpuntbeveiliging helpt het risico te beperken dat gecompromitteerde apparaten worden gebruikt als toegangspunt voor aanvallen.
Analyse en automatisering: deze pijler omvat het gebruik van geavanceerde analyse-, machine learning- en automatiseringstools om beveiligingsgegevens te verzamelen en te analyseren, afwijkingen te detecteren en in realtime op bedreigingen te reageren. Analyses en automatisering zorgen voor een snellere reactie op incidenten, verbeterde mogelijkheden voor het opsporen van bedreigingen en proactieve beveiligingsmaatregelen.
Deze principes en componenten werken samen om een alomvattend Zero Trust-framework te vormen, waardoor organisaties een veiliger en veerkrachtiger cybersecurity-positie kunnen creëren door het minimaliseren van vertrouwensaannames en het hanteren van een rigoureuzere aanpak van toegangscontrole en monitoring.